Tuindorp Heijplaat
Rotterdam, Netherlands
De voormalige bedrijvenstad 'Tuindorp Heijplaat' heeft veel mooie huizen, gebouwd door het architectenbureau van Jan en Herman Baanders, en ligt midden in de Rotterdamse haven.
Type tuinstad: | Fabrieksdorp |
Land: | Netherlands |
Plaats: | Rotterdam |
Bouwjaren: |
1914 Start construction 1918 Completion
|
Opdrachtgever: | Rotterdamsche Droogdok Maatschappij |
Vervaardiger: |
Jan Baanders Jan Baanders Sr. (Amsterdam 1884 – Laren, NH, 1966) was een Nederlandse architect. Herman Baanders Herman Ambrosius Jan Baanders (Amsterdam 1876 – Amsterdam 1953) was een Nederlandse architect, batikker, ontwerper en ondernemer. |
Beschermd stadsgezicht: | Ja |
Algemene staat van de tuinstad: | Onlangs gerenoveerd |
Algemene beschrijving
In 1902 begon de Rotterdamsche Droogdok Maatschappij met het onderhoud en later de nieuwbouw van schepen. Een paar jaar later, in 1913, besloot de gemeente Rotterdam grond ter beschikking van de maatschappij te stellen. Directeur M.G. de Gelder wilde hier voor zijn arbeiders een tuindorp bouwen, naar Engels voorbeeld.
Heijplaat is een echt tuindorp. Met eigen scholen, winkels, feestzaal, jonggezellenhuis, gemeenschapshuis en kerken werd een gemeenschap gevormd. De rust van het dorp contrasteert aangenaam met de bedrijvigheid van de scheepswerf. Zo'n fabrieksstad was natuurlijk niet helemaal filantropisch. De arbeiders waren snel beschikbaar voor noodreparaties aan schepen, liepen minder kans ziek te worden door de gezonde woonomgeving en konden hun loon niet verkwisten omdat hier geen alcohol geschonken werd.
Architectuur / Stedenbouw
De wijk in het Rotterdamse stadsdeel Charlois, met aanvankelijk ongeveer 400 arbeiderswoningen op een L-vormig terrein, werd tussen 1914 en 1918 gebouwd naar een ontwerp van de Amsterdamse architectenbroers Jan en Herman Baanders. Er werd laagbouw toegepast met hoge zadeldaken, dakkapellen en poortgebouwen in een schilderachtige architectuur met veel groen. De straten zijn genoemd naar schepen die in de RDM gebouwd werden.
De vrijstaande huizen voor het kantoorpersoneel aan de Courzandseweg werden in de volksmond het 'Gouden Randje' genoemd. Ondanks deze klassenverschillen was het Tuindorp een enorme verbetering voor de arbeiders die uit onhygiënische revolutie- en alkoofwoningen kwamen. Samuel de Clercq volgde Baanders op als huisarchitect van de RDM en breidde het dorp in de jaren 1920 uit met nog eens 180 woningen en drie kerken, één voor elke denominatie. De Clercq bleef trouw aan de stijl die eerder door Baanders gebruikt was.