Tuinwijk Klein Rusland

Tuinwijk Klein Rusland
Zelzate, Belgium

Tuinwijk Klein Rusland is de eerste modernistische tuinwijk van België.

Type tuinstad: Woningbouwcorporatie
  
Land: Belgium
Plaats: Zelzate
Bouwjaren:
1921 Start construction
1927 Completion
  
Opdrachtgever: Nationale Maatschappij voor Goedkope Woningen en Woonvertrekken
Vervaardiger:
Huib Hoste

Huib (Hubert) Leon Bruno Jean Marie Hoste (1881 - 1957) was een Belgische architect, ontwerper en stedenbouwkundige. Na het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog vluchtte hij met zijn familie naar het neutrale Nederland, waar hij ook al eerder had rondgereisd. Hij leerde het werk van verschillende Nederlandse architecten en kunstenaars kennen en

Lees meer ...
Beschermd stadsgezicht: Ja
Toelichting: De geschakelde huizen aan het Kardinaal Mercierplein 3-4 en 15-16 zijn rijksmonumenten.
Algemene staat van de tuinstad: Slechte staat

Algemene beschrijving

Na de verbreding en verdieping van het kanaal Gent-Terneuzen tussen 1870 en 1885 kwam de industrialisatie van Zelzate op gang. Om industriële arbeiders te huisvesten werd in 1920 onder impuls van de staat, de provincie en de gemeente - en met medewerking van lokale industriëlen - een sociale woningbouwmaatschappij opgericht: Société Coopérative Locale des Habitations à Bon Marché de Selzaete.

Architect Huib Hoste en stedenbouwkundige Louis Van der Swaelmen ontwierpen een tuinwijk van 300 woningen met een sportveld en een vrijgezellenhuis met 25 kamers. Vanwege financieringsproblemen - de vereniging kreeg de woningen niet verkocht - werden slechts 168 woningen uitgevoerd, samen met een vrijgezellenhuis met 31 kamers en een watertoren.

Klein Rusland dankt zijn naam aan de Russische ingenieurs Dimitri Peniakoff (1865-1925), directeur van de nabijgelegen aluminiumfabriek en van de betrokken woningbouwmaatschappij, en Alexis Veretennicoff (1860-1927), een afgezette gouverneur van de provincie Kiev die als vluchteling in Zelzate terechtkwam. Hij werd door bemiddeling van Peniakoff opzichter bij de bouw van de wijk. Veretennicof en zijn vrouw waren ook de eerste bewoners van de wijk.

Architectuur / Stedenbouw

De wijkindeling combineert de principes van de lijnstad (centrale as) en de tuinwijk (gevarieerd stratenpatroon). Louis Van der Swaelmen keek ter inspiratie naar de ontwerpprincipes van de tuinwijk: welomschreven, geconcentreerde bebouwing met vrije, groene ruimte eromheen, met aandacht voor een gevarieerd stratenpatroon met een duidelijke hiërarchie tussen hoofdwegen, secundaire wegen en voetgangerswegen. Ook was er aandacht voor de visuele compositie met gesloten perspectieven door hoekwoningen, gebogen of geknikte straten, verspringende rooilijnen, voortuinen, landschappelijke inpassing en aanpassing van de indeling aan de bestaande topografie. Hierdoor ontstonden verschillende pleinen en parken. Tegelijkertijd werd rekening gehouden met rationeel grondgebruik en de hygiëne, zoals optimaal zonlicht. Even belangrijk vanuit het tuinstadprincipe waren de winkels, die de wijk tot een meer zelfvoorzienend organisme maakten.

De architectonische vormgeving was deels traditioneel, maar de meeste huizen werden gebouwd in een kubistisch ontwerp van ter plaatse gestort asbeton, kleurrijk pleisterwerk, verspringende volumes, platte uitstekende daken en luifels, en felgekleurd schrijnwerk.

De architectonische en stedenbouwkundige uitwerking van Klein Rusland liep in de jaren twintig voorop in de internationale ontwikkelingen in het genre en de architectuur van de wijk werd beïnvloed door het ontwerp van De Stijl.

Na de Tweede Wereldoorlog werden nieuwe huizen gebouwd, terwijl

Lees meer ...

Recente ontwikkelingen

Verloedering, leegstand en de mogelijke aanleg van een nieuwe tunnel onder het kanaal Gent-Terneuzen bedreigden lange tijd de wijk. In 2020 besloot Vlaanderen dat de wijk het beste gesloopt kon worden omdat de huizen te vervallen waren. Aan het protest van de bewoners tegen permanente sloop werd gehoor gegeven en in 2020 kreeg de sociale huisvestingsmaatschappij, die de wijk opnieuw wilde opbouwen, van de toenmalige minister zes maanden de tijd om een plan voor de toekomst op te stellen.

Bronnen


Legenda